Om uit te groeien naar een gezonde volwassen hond is het belangrijk om je pup te ondersteunen met de juiste voeding. Puppy’s hebben andere voedingsbehoeften dan volwassen honden. Rustig groeien met de juiste voedingsstoffen zorgt ervoor dat je jaren plezier hebt van je hond.
De eerste 3 weken drinkt de puppy alleen maar melk van de moeder. Daarna gaat de pup geleidelijk ook vast voedsel eten, om na 8 week volledig over te gaan op vast voedsel. Om te ontwikkelen naar een gezonde volwassen hond is de juiste voeding essentieel voor de pup. Puppy’s hebben veel energie nodig om te kunnen groeien en volop te kunnen spelen. Puppyvoeding is hierop aangepast en bevat meer energie en meer eiwitten in vergelijking met voer voor volwassen honden. De brokjes zijn ook kleiner, zodat deze beter te kauwen zijn voor de pup.
Voor puppy's van kleine en grote rassen is de voedingsbehoefte verschillend. Het skelet en de spieren van een kleine hond kunnen binnen een jaar al volwassen zijn, terwijl dit bij een grote hond wel 24 maanden kan duren. De hond moet in een geleidelijk tempo groeien en niet zo snel mogelijk zijn volwassen grootte bereiken. Als een hond te snel groeit kan dit bot- en gewrichtsproblemen geven. Met name grote honden lopen veel risico op problemen tijdens de groei. Voor deze honden is de juiste voedingsdichtheid (de hoeveelheid voedingsstoffen per kilogram voeding) en de juiste hoeveelheid calcium, fosfor en vitamine D cruciaal.
Calcium, fosfor en vitamine D zijn van invloed op het botmetabolisme. Calcium en fosfor moeten in de juiste verhouding voorkomen om beide goed op genomen te worden. Deze verhouding is minimaal 1:1 en maximaal 1,6:1. Volwassen honden kunnen een overschot aan calcium afvoeren in de darmen. Omdat bij puppy’s de darmen dit nog niet kunnen afvoeren wordt al het calcium opgenomen en ontstaat er een overschot. Te veel calcium geeft een te snelle groei van de botten wat kan leiden tot botmisvormingen en een ongelijkmatige groei van de voedingskanalen en botten. Dit geeft veel groeipijn waardoor de pup mank kan gaan lopen. Bij een teveel aan calcium wordt daarnaast fosfor niet meer goed opgenomen en vitamine D niet meer goed aangemaakt. Dit leidt tot botdemineralisatie, wat de botten kwetsbaarder maakt. Als de mineraalbehoefte niet is aangepast is op de pup wordt bovendien de kans op heupdysplasie (HD), elleboogdysplasie (ED) en osteochondrosis dissecans (OCD) groter.
De spijsvertering van een pup verschilt van een volwassen hond. De darmen reageren veel gevoeliger op voeding. Om toch alle voedingsstoffen goed te kunnen opnemen is de voeding hierop ontwikkeld.
Eiwitten
Puppyvoer bevat hoog verteerbare eiwitten. Eiwitten zijn belangrijk voor de spierontwikkeling, het afweermechanisme en de kwaliteit van de vacht. Puppy’s hebben voor hun groei per kg lichaamsgewicht meer eiwitten nodig dan een volwassen hond, maar ze nemen eiwitten nog veel minder goed op. Omdat de pup niet te veel voeding binnen mag krijgen is de kwaliteit extra belangrijk en moeten de eiwitten dus hoog verteerbaar zijn. Als de pup een eiwittekort heeft kun je dit onder meer zien door een slechte weerstand en bloedarmoede.
Zetmeel
Daarnaast bevat puppyvoer minder zetmeel, omdat de pup dit nog minder goed kan verteren dan een volwassen hond. Wel moet de voeding genoeg vezels bevatten voor een gezonde darmflora. Wanneer overgegaan wordt op nieuw voer, bijvoorbeeld omdat de pup verhuist van de fokker naar de nieuwe eigenaar, is het belangrijk dat de pup rustig kan wennen aan het nieuwe voer. Dit kan gedaan worden door geleidelijk het nieuwe voer te mengen met het oude voer en geleidelijk het oude voer af te bouwen.
Voor puppy’s is het goed om de maaltijden te verdelen over meerdere porties op een dag. Als de pup ouder wordt kan dit afgebouwd worden naar 2 maaltijden per dag. Om goed te bepalen of de pup genoeg voeding krijgt kan een groeicurve of een groeikaart gemaakt worden. Hierin wordt de leeftijd in maanden vergeleken met het gewicht. Een paar richtlijnen zijn dat de pup tot 5 maanden dagelijks 2 tot 4 gram per kg volwassen gewicht moet aankomen. Een pup van een Duitse herder moet dan dus circa 100-200 gram per dag aankomen.
Kleine tot middelgrote honden zouden op de leeftijd van 4 maanden op de helft van het volwassen gewicht moeten zitten. Grote rassen bereiken de helft van hun volwassen gewicht op de leeftijd van 5 maanden. De groeicurve is altijd S-vormig, dit betekent dat de pup in de eerste weken sneller groeit en daarna rustig door groeit. Dit is wel een richtlijn: kijk vooral goed naar de conditie van je eigen pup en pas zijn voeding hierop aan. Bij een hond met een goed gewicht is de taille goed te zien en zijn de ribben niet te zien maar wel te voelen.
Wij hebben 3 soorten hondenvoer in het assortiment waar we veel vertrouwen in hebben.
Grote rassen | |||
Kleine rassen | |||
Voordelig |
Premium |
Gemiddeld houden we 12 maanden aan voor de overstap naar een volwassen variant. Met de opmerking dat het afhankelijk is van het ras en de grootte van de hond. Grotere rassen hebben vaak meer tijd nodig om volledig te groeien en kunnen puppybrokken nodig hebben tot 18-24 maanden, terwijl kleinere rassen vaak eerder volwassen zijn en rond de 9-12 maanden kunnen overstappen op volwassen hondenvoer.
Wil je graag advies op maat dan kan dit natuurlijk ook. We zorgen graag samen met jou voor een goede start van je pup.
Stuur een mail of neem contact op via de chat rechtsonder beeld.
https://www.dierenkliniekecht.nl/veelgestelde-vraag/ waarom-het-calciumgehalte-van-de-voeding- van-belang-voor-mijn-pup
http://www.dierenartsvankessel.nl/puppyadviezen/ index.html